501, 503 en 505
Deze drie woonhuizen, resp. 4,95, 4,80 en 4,95 m. breed zijn in 1677 gebouwd voor Lourens Wittebol.
Ze hebben elk een halsgevel met vleugelstukken en een getoogd fronton met wapenschild en een stoep met onderingang.
Alle drie zijn in 1725 eigendom geworden van Louis Assenberg en in 1777 van Bernardus de Bie.
501 wordt in 1725 bewoond door vrouwe Aletta Maria van Strijen, weduwe van Adr. Duyvens, schepen en in 1742 door prof. Piet Burmannus - Petrus Burman -.
503 wordt in 1742 bewoond door Corn. J. Hooft.
501 is eind 18de eeuw van de hals ontdaan, waarvoor een kroonlijst in de plaats is gekomen die nog bestaat.
Verder is er een snijraam uit die tijd.
Van 503 en 505 is de stoep verdwenen maar de rest van deze twee percelen is onveranderd gebleven.
Als u opmerkingen of aanvullingen hebt op de tekst hierboven, wilt u dan ook het huisnummer erbij vermelden.
Uw e-mail adres wordt alleen maar gebruikt om eventueel op uw opmerkingen te reageren.
Foto's of andere informatie vande panden kun u ook zenden naar info@amsterdamsegrachtenhuizen.info.